Verschillende aanbevelingen benadrukken het belang van voedingsvezels in onze voeding, maar waarom is dat zo? In dit artikel willen we graag de verschillende gezondheidseffecten van voedingsvezels extra onder de aandacht brengen.
In deel I en deel II van deze reeks gaven we jullie een introductie over wat voedingsvezels juist zijn, in welke producten je ze kan vinden, en wat de impact is van het verrijken van levensmiddelen met extra voedingsvezel op de functionaliteit. Maar waarom zijn voedingsvezels nu juist zo belangrijk? Het onderzoek naar de gezondheidseffecten van voedingsvezels nam de afgelopen jaren enorm toe en wij trachten in dit derde artikel een overzicht te geven van de belangrijkste bevindingen.
First things first: fermenteerbaarheid van voedingsvezels in ons lichaam
Alvorens voedingsvezels een functie kunnen vervullen in het menselijk lichaam, moeten ze eerst doorheen het gastro-intestinaal stelsel waar ze verteerd en mogelijks geabsorbeerd kunnen worden.
Het gastro-intestinaal stelsel, ook wel het spijsverteringskanaal genoemd, bestaat bij de mens uit de mond, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm en rectum. Voedsel wordt via de mond ingenomen en wordt vanaf dan mechanisch, chemisch en enzymatisch afgebroken. Dit zorgt ervoor dat macronutriënten zoals eiwitten, vetten en koolhydraten afgebroken worden tot respectievelijk aminozuren, vetzuren en enkelvoudige suikers (=monosachariden). Deze worden uiteindelijk via de darmwand geabsorbeerd in de bloedbaan, waarna zij allerlei functies in het lichaam kunnen vervullen.
De gezondheidseffecten van voedingsvezels hangen niet alleen af van de ingenomen hoeveelheid en concentratie, maar worden ook bepaald door de fysische en chemische aard. Voorbeelden van dergelijke eigenschappen zijn wateroplosbaarheid, viscositeit, ketengrootte, absorptie en het waterbindend vermogen en de fermenteerbaarheid in de dikke darm. Deze laatste eigenschap wordt het meest gebruikt om voedingsvezels in te delen in categorieën als er naar gezondheidseffecten wordt gekeken. Om de relatie met de gezondheidsimpact goed te kunnen begrijpen, lichten we hieronder het verschil kort nog even toe:
- Fermenteerbare voedingsvezels: Deze worden niet verteerd door het maag-darmkanaal, wat betekent dat ons lichaam deze vezels niet als voedingsstof opneemt. Hierdoor komen deze vezels onverteerd in onze dikke darm terecht waar ze door allerlei micro-organismes gefermenteerd worden.
- Niet-fermenteerbare vezels daarentegen komen ook onverteerd terecht in onze dikke darm maar ondergaan daar geen fermentatie.
What’s in it for us: Gezondheidseffecten van voedingsvezels
De inname van vezelrijke voeding zorgt in de mond al voor de eerste fysiologische effecten. Inname stimuleert meerdere kauwbewegingen waardoor er een signaal naar de hersenen gestuurd wordt en zo het hongergevoel zal dalen en je sneller het gevoel krijgt van 'vol zitten na een maaltijd', ook wel verzadiging genoemd. Tijdens hun passage doorheen het spijsverteringsstelsel zorgen vezels ook voor gelvorming waardoor de maag minder snel geledigd wordt. Dit zorgt er opnieuw voor dat de honger zal dalen en de verzadiging zal toenemen. Dit zou mogelijks een gunstig effect kunnen hebben op de calorie-inname en bijgevolg ook op het lichaamsgewicht.
De precieze rol van voedingsvezels in bovenstaande observaties is lastig te bepalen. Er zijn namelijk verschillende andere factoren die hierop een invloed hebben. Zo vormt een hoog lichaamsgewicht bijvoorbeeld een risicofactor voor diabetes type 2. Voedingsvezels zorgen ervoor dat de hoeveelheid suiker (glucose) in het bloed beter gecontroleerd wordt, waardoor ze ook belangrijk zijn in het voorkomen van diabetes type 2. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen die een grotere voedingsvezelinname hebben, een kleinere kans hebben op diabetes Type 2. Zo neemt het risico op diabetes type 2 met ongeveer 5% af voor elke 10 gram vezels extra per dag. Daarnaast zouden bepaalde voedingsvezels een gunstig effect hebben op de hoeveelheid cholesterol (LDL) in ons lichaam. Hierdoor zou de gezondheid van de bloedvaten verbeteren en zou de bloeddruk verlagen. Dit vertaalt zich in een verminderd risico op hart- en vaatziekten. Voor elke 7 gram vezels extra per dag, is er ongeveer een 10% lager risico op bepaalde hart- en vaatziekten. Tot slot werd ook het gunstig verband tussen het eten van vezelrijke producten en het voorkomen van bepaalde vormen van kanker zoals darmkanker aangetoond.
Tenslotte zijn vezels belangrijk om de darmen gezond te houden. Zoals hierboven vermeld, worden bepaalde vezels gefermenteerd in onze dikke darm. Bij deze fermentatie worden er korte-keten vetzuren gevormd waarbij er een kleine hoeveelheid energie vrijkomt. Dit zorgt voor de groei van onze goede darmbacteriën, ook wel microbiota genoemd, waardoor de darmgezondheid gestimuleerd wordt. Bovendien zorgen ze ervoor dat de ontlasting de juiste substantie krijgt.
De niet-fermenteerbare vezels daarentegen worden niet afgebroken door de bacteriën in de darm en verlaten bijgevolg ongewijzigd het lichaam. Ook zij bevorderen de stoelgang door invloed uit te oefenen op het volume. Zachtere en zwaardere stoelgang zorgt voor betere samentrekking van de darm waardoor er sneller en gemakkelijker ontlasting is en bijgevolg obstipatie, maar ook bepaalde aandoeningen, vermeden kunnen worden.
Het is natuurlijk ook belangrijk om ook de mogelijke negatieve effecten te vermelden. Zo kunnen er een aantal ongemakken zoals flatulentie, oprispingen of een opgeblazen gevoel optreden bij een plotse verhoogde inname. Daarnaast zouden voedingsvezels ook een negatieve invloed kunnen hebben op de opname van mineralen in de darm.
Voedingsvezels: een complex maar veelbelovend verhaal
Het onderzoek naar de gezondheidseffecten van voedingsvezels nam afgelopen jaren enorm toe. Er zijn wel een aantal zaken die dergelijk onderzoek en de conclusies ervan bemoeilijken. Zo vormt de zeer brede, en soms ietwat onduidelijk afgelijnde definitie vaak voor moeilijkheden. De resultaten van de studies kunnen sterk verschillen afhankelijk van de soort en hoeveelheid vezel en de matrix waarin ze zich bevinden. Er moet namelijk altijd gekeken worden naar het totale voedingspatroon en niet enkel naar de vezelcomponent op zich. Daarnaast heeft elke mens een verschillende microbioomsamenstelling waardoor er anders gereageerd kan worden op de inname van vezels.
Desalniettemin zijn de studies het erover eens dat voldoende inname van voedingsvezels, via een evenwichtig en gevarieerd voedingspatroon, een positief effect heeft op de gezondheid.
In deel 4 van deze reeks rond voedingsvezels zal er dieper worden ingegaan op de consumptie en aanbevelingen rond vezelinname gevolgd door een schets van het wettelijke kader.